Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de heer des wijngaards zeide: [15]Wat zal ik doen? Ik zal mijn geliefden zoon zenden; mogelijk dezen ziende, zullen zij [hem] ontzien. 15. Dit zijn woorden, uitdrukkende niet enige twijfeling, maar naar menselijke wijze van spreken, een grote genegenheid om hen terecht te brengen, gelijk Hos.6:4.